Pagina's

zaterdag 3 maart 2012

Alarm

Sedert vorig jaar en mogelijk reeds een jaar eerder is met name in het oosten des lands een aandoening opgedoken, genaamd hepararititus ABC, deze besmetting komt vooral voor samen met Coxiella fantasica-xtremis var. Equi, soms wordt ook nog een duidelijk bij-infecte met filiaria dubieusus foetsieus in spontanus aangetroffen, deze combi komt slechts voor in paarden, mogelijk ook in andere equiden.

De bijkomende verschijnselen zijn vooral waar te nemen en aantoonbaar bij behandelaars en verzorgers van deze paarden, men begint spontaan straling op te vangen met een antenne, waarna men minimaal 3x daags het faeces-staren beoefend. Ook is een duidelijke toename van mysterieus gebruik van korrelachtige substanties waar te nemen, als ook, capriolen met bruine glazen flacons.
Opvallend is vooral dat deze symptomen vaak met een interval van enkele weken steeds wederkerig optreden. Nadeel in de bestrijding blijkt dat met de huidige, bij de Orde der Geneesswetsers in gebruik zijnde methode en middelen niets definitief is vast te stellen aan de equiden in vivo.

Wij van de Orde der Geneesswetsers willen er met deze open brief gaarne sterk op aandringen dat deze aandoening, die niet eenvoudig is vast te stellen geplaatst wordt op de lijst met zogenaamd meldingsplichtige dierziekten. Het is ons namelijk duidelijk geworden dat besmetting op de mens met de bijkomende verschijnselen , vooral op lokaal niveau, via mond op mond contact wordt overgedragen op andere humane slachtoffers, maar zelfs via aanstraling ook zeer wel mogelijk via grote paardenfora.
Zonder ingrijpen met wettelijke regelingen, kunnen de nationaal werkende fora geen regels hanteren om verspreiding van deze aandoening tegen te gaan, alsook kunnen zij nu niet verplicht worden reeds besmette personen uit hun bestanden te verwijderen. De besmettingskans is zeer hoog, volgens waarneming en verslagen is eenmalig contact genoeg om deze aandoeningen terug te vinden in paarden en hun verzorgers.

Door deze zeer hoge besmettelijkheid lijkt onmiddellijk in quarantaine plaatsen van verdachte paarden en humane dragers en lijders zeker te onderbouwen. Ook is inmiddels een lichte tendens waargenomen dat deze epidemie zich uitbreidt naar midden Nederland, vooralsnog nog in het aan het onmiddellijk aan het oosten grenzende gebied.
De behandelaars en verzorgers staan ook onder enorme druk hun last te verlichten, waardoor inmiddels uit noodzaak gebruik gemaakt wordt van oneigenlijke middelen en methoden, alles met als doel deze aandoeningen te verstoppen, voorlopig lijkt de aflaat de best werkende methode. Uitsluitend van de aflaat zijn inmiddels geheel genezen verklaarde paarden bekend geworden uit empirisch onderzoek, als ook getuigenverklaringen uit de eerste hand.

Laten wij niet lijdzaam toezien hoe deze naar onze aanwijzingen tot slechts een enkele bron te herleiden aandoening nog langer vat heeft op onze nationale paardenstapel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten